Wat hebben archeologe Erin uit Leiden, patissier Charlotte uit Orleans en modeontwerper Max uit Milaan met elkaar gemeen?
Het verband tussen deze drie willekeurige personen wordt langzaam duidelijk als de adoptiemoeder van Erin onder verdachte omstandigheden overlijdt. Erins moeder heeft niet de kans gekregen Erin te vertellen over De lijst.
De lijst die Erin, Charlotte en Max ongewild dichter bij elkaar brengt en waarvan de gevolgen dodelijk zijn…
Lees hier een preview van De Lijst.
Max – Milaan 1995
‘Eerst eten,’ zegt Mattia, als Max meteen over zijn ideeën begint.
Max houdt er niet van om tegengesproken te worden, maar van Mattia accepteert hij het. Hij beweegt zijn schouders onrustig onder het linnen jasje en duwt zijn blonde lok wat hoger op zijn voorhoofd. Dan kijkt hij de zaak rond om te zien of iemand hem herkent. Het zwart-wit geblokte montuur is zijn nieuwste aanwinst. Hij neemt altijd iets mee tijdens zijn reizen om zijn imago als modekoning te onderstrepen.
Mattia tikt voor hem op tafel. ‘Ik zit hier, hoor.’
Beschaamd richt Max zich weer tot hem. ‘Doe mij een tipje van de sluier, Matt.’
‘Ik weet dat je nieuwsgierig bent, maar dit eten is het waard om alle aandacht te krijgen.’
Max knikt en bestudeert dan afwezig de menukaart. ‘Ik denk dat ik de octopussalade neem. Ik heb niet zoveel trek.’ Hij kijkt door de ramen naar de prachtige bogen die zich voor het Ristorante Galleria uitstrekken. Het is het meest prestigieuze restaurant van Milaan, zonder enige twijfel. Zoals elke dag lopen er veel mensen door de Galleria Vittorio Emanuele, die bekendstaat als een chique winkelgalerij naast de Duomo van Milaan.
Toen hij zo’n twintig jaar geleden als twintiger naar Milaan kwam, heeft hij door de straten gedwaald om de stad in al zijn facetten te leren kennen. Zittend tussen alle andere studenten op de trappen voor de Duomo heeft hij gezworen dat hij het hier zou gaan maken.
‘Hoeveel tijd heb je nog nodig om de collectie klaar te maken?’
‘Een paar dagen. Dat gaat me wel lukken.’ Max tilt zijn glas op en proost in de lucht.
‘Weet je wat ik het meest in jou waardeer?’ vraagt Mattia, die aan zijn wijn nipt en daarna zijn glas behoedzaam op het damasten tafellaken zet.
Max blijft zwijgend naar buiten kijken, waar de soepele lijnen van de koepel iets in hem oproepen. ‘Dat ik dat niet eerder gezien heb,’ mompelt hij. ‘Dát ga ik doen.’ Hij werpt een enthousiaste blik op Mattia. ‘Nu begrijp ik wat me altijd al dwars heeft gezeten.’
‘Vertel.’ Mattia leunt op tafel en duwt zijn wijsvingers voor zijn lippen tegen elkaar. Er glinstert iets in zijn ogen.
‘Ik moet eerst…’ Max tilt zijn donkerrode leren tas op zijn schoot. Hij diept een tekenblok en potlood op en schuift zijn bord opzij.
‘Maar Max…’
‘Nee, dit móét ik vastleggen. Dit wordt het topstuk van mijn collectie.’
‘Voor déze collectie?’
Met snelle lijnen schetst Max de eerste lijnen. Een snelle blik naar de koepel. ‘En daar komt dan…’ prevelt hij. De potloodpunt danst over het papier, waarbij hij sommige lijnen extra aanzet en andere slechts een klein accent geeft. Hij houdt zijn hoofd schuin en bestudeert de eerste schets.
‘Wat maak je?’
Max legt zijn vinger op zijn lippen en diept dan een gummetje op. ‘Dit is te strak,’ zegt hij dan.
‘Voor wie is de octopussalade?’ vraagt de ober, die met twee borden in zijn hand naast hun tafeltje verschijnt.
Max negeert de man compleet. Dit moet eerst uit zijn hoofd. Hij heeft te vaak meegemaakt dat hij zich schikte naar anderen, dat hij het iedereen naar de zin wilde maken voordat hij zijn creatieve geest de ruimte gaf. Dat doet hij niet meer. Nu is de beste tijd. Niet straks. Niet eerst eten.
‘Zet maar neer,’ hoort hij Mattia zeggen. ‘En die ook, graag. Grazie mille.’
Er glipt een dankbaar gevoel door zijn hart, dat even snel weer weg is. Mattia is de enige aan wie hij niets hoeft uit te leggen als zijn inspiratie rondzoemt.
Het lijfje tekent hij strak, waarbij hij met snelle potloodbewegingen de diamantjes een plek geeft. Het accent op de taille, ruim onder de borsten, zodat de rondingen beter uitkomen. Een laatste blik op het kruispunt van gangen die de galerij zijn elegantie geven. Niet voor niets is de galerij in een kruis gebouwd, waarbij de gangen uitkomen op vier schitterende pleinen in Milaan, waarvan de Piazza Duomo het bekendst is.
‘Dat ik dit niet eerder bedacht heb.’ Er glijdt een glimlach over zijn gezicht als hij denkt aan het bijgeloof omtrent de galerij. ‘Dat ik dit niet eerder bedacht heb,’ mompelt hij opnieuw. Met snelle lijnen tekent hij de plooien die eigenlijk al zoveel decennia zichtbaar waren, maar nu een betekenis krijgen. Al die toeristen draaien hier hun rondje met hun hak diep in de testikels van de stier in het mozaïek gedrukt. Het brengt geluk. Allemaal bijgeloof. Toch zou hij het met liefde bij sommige mensen doen.
Uiteindelijk leunt hij naar achteren. Zijn hart bonkt van enthousiasme, terwijl hij met een brede glimlach zijn vriend aankijkt.
Die knikt waarderend. ‘Ik zie het. De gelijkenis is treffend. Bellissimo, Max.’
De tevreden zucht komt diep uit zijn longen. ‘Dit wordt hem, Mattia. Dit wordt de kroon op mijn werk.’ Hij ademt diep door en denkt aan zijn vader. Een hak in een kruis. Hij grinnikt zacht. Nu al weet hij dat zijn vader hem als enige echt zal begrijpen.
—–
De nieuwe thriller van Marelle Boersma verschijnt 26 september. Pre-order De lijst nu voor 18,50 i.p.v. 21,99!