Iedere maand staat een auteur van De Crime Compagnie centraal. Deze keer is dat Martine Kamphuis. Martine schrijft psychologische thrillers, vaak vanuit het perspectief van een psycholoog of psychiater. Daardoor krijg je als lezer een uniek inkijkje in het verknipte brein van haar daders, bekeken vanuit een professioneel oogpunt. Zijn deze daders nog wel te redden?
Wij stelden Martine een paar vragen over haar nieuwste boek De leugenaar. Lees je mee?
1. Hoe voelde het om Wynona Post weer tot leven te brengen in De leugenaar?
Wynona is een leuk personage om mee te werken: ze is lekker eigenwijs en doet voortdurend onverwachte dingen. Ook heeft ze bijzondere mensen in haar omgeving. Met haar ouders heb ik graag te maken en het dochtertje dat ze in de tijd na het verschijnen van Zondebok heeft gekregen, mag er ook wezen.
Sylvia Saelmans is een nieuw personage en ik moet zeggen dat ik tijdens het schrijven net zo verknocht aan haar raakte als ik dat al was aan Wynona. Sylvia heeft zoveel meegemaakt in het leven en toch laat ze zich door niets en niemand blijvend uit het veld slaan.
2. Je boek verschijnt eerst als clubboek bij De Crime Compagnie. Hoe vind je het dat 900 leden je clubboek als eerste mogen lezen?
Ik ben zelf ook lid van de Club en geniet er elke maand van als er weer zo’n glimmende envelop op de deurmat valt. Helaas is het vanwege mijn beroep lastig om actief te zijn op social media, maar via het account van mijn partner kijk ik regelmatig wat er op Facebook gebeurt. De foto’s van clubleden die op allerlei plekken aan het lezen zijn, zijn mijn favoriet. Vorig jaar heb ik ook erg genoten van de Clubdag; ik verheug me op de volgende!
3. Hoe verwerk je jouw werk als psychiater in je thrillers?
Het is inmiddels bijna veertig jaar geleden dat ik begon aan mijn eerste baan in de GGZ. Mijn werk is een belangrijk deel van mijn leven en het heeft een aantal overeenkomsten met de wereld van psychologische thrillers: in beide gaat het zowel om de binnenwereld van mensen als om datgene wat er tussen mensen gebeurt.
Het voedt elkaar. Ik vind in het schrijven rust en vanuit mijn vakkennis probeer ik personages en situaties te beschrijven die geloofwaardig zijn. Soms hebben lezers moeite om te geloven dat de dingen die ik beschrijf ook werkelijk kunnen gebeuren. Dat merkte ik met name bij reacties op De kliniek en De nieuwkomer, boeken die net als De leugenaar de tbs-wereld als decor hebben. Sommige lezers vonden het bijvoorbeeld niet geloofwaardig dat iemand zijn of haar alarm vergeet. Geloof me: de werkelijkheid is soms nog veel wilder dan wat ik in mijn verhalen laat gebeuren.
Wat ik nooit zal doen, is situaties van concrete cliënten laten terugkomen in mijn verhalen. Hun privacy gaat boven alles, al moet ik toegeven dat die grens bij collega’s soms iets minder strak is…
4. Had je het plot van De leugenaar vanaf het begin helemaal uitgedacht, of ontstonden er verrassingen?
Er zijn ‘plotters’: schrijvers die alles van tevoren uitdenken en uitgebreide schema’s boven hun werktafel hebben hangen. Een andere categorie wordt gevormd door ‘pantsers’, een term die gebaseerd is op de Engelse uitdrukking flying by the seat of one’s pants, wat betekent dat je instinctief te werk gaat, zonder vooraf uitgedacht plan.
Ik ben zeker geen plotter. Ik heb van tevoren wel enigszins een idee waar ik naartoe wil en denk na over de belangrijkste personages, maar al schrijvende word ik regelmatig meegetrokken in een onverwachte richting. Zowel Wynona als Sylvia hebben me tijdens het schrijven van De leugenaar meermaals op een ander spoor gebracht.
5. Welke scène was voor jou het meest uitdagend of emotioneel om te schrijven?
Het laatste hoofdstuk heeft veel tijd gekost; daar heb ik lang over gedaan. Ook bepaalde scènes rondom het dochtertje van Wynona ontroerden me. Daarnaast had ik het regelmatig erg met Sylvia te doen.
6. Sylvia en WP vormen een bijzonder duo. Welke overeenkomsten of verschillen zie je tussen hen?
Het zijn allebei vrouwen die zich niet zomaar door anderen laten bepalen. Ze hebben daar overigens goede redenen voor: tijdens hun jeugd hebben ze te vaak meegemaakt dat anderen hen probeerden te beschadigen. Het zijn overlevers, veerkrachtige mensen, en daarbij hoort dat ze inventief zijn.
7. Wat hoop je dat lezers meenemen na het lezen van De leugenaar?
Een thriller is natuurlijk vooral bedoeld als vermaak. Wat dat betreft ben ik tevreden als de lezer er een aantal ontspannen uurtjes mee beleeft. Zelf ben ik door het schrijven van dit boek gaan nadenken over leugens: is het ooit oké om te liegen? En onder welke omstandigheden? Ik ben er meer over gaan lezen, zowel onderzoek naar hoe vaak we gemiddeld liegen als ethische teksten over het onderwerp. Boeiende materie.
8. Wat maakt WP volgens jou een unieke hoofdrolspeelster binnen het thrillergenre?
Ik durf niet te zeggen dat WP uniek is, maar zelf vind ik haar wel erg leuk. Ik hoop in de toekomst vaker met haar te mogen samenwerken.
9. Als De leugenaar een film of serie wordt, welke actrice zou jij dan graag in de rol van WP zien?
Het zou heel gek zijn om naar zo’n film of serie te kijken; Wynona zou ongetwijfeld heel anders zijn dan in mijn hoofd. Mezelf kennende zou ik er met gemengde gevoelens naar kijken. Ik vind veel Nederlandse actrices leuk, maar ik kan er geen bedenken die voor mij echt bij Wynona zouden passen.
10. Welke vraag zou je zelf graag aan onze clubleden willen stellen over jouw boek?
Ik ben heel benieuwd of het thema liegen ook voor hen meer gaat leven door het verhaal van Wynona en Sylvia. Misschien worden ze zich er iets bewuster van wanneer ze liegen en waarom.
Ik kijk uit naar de antwoorden in de Club en hoop natuurlijk dat de clubleden De leugenaar voor me willen beoordelen op Hebban.
Liefs,
Martine
PS. Mocht je nog niet klaar zijn met Wynona, dan kun je ook haar eerdere boeken lezen. Begin met Alibi.




